Op het achttiende-eeuwse toneel verschenen regelmatig personages die zich het leven benamen, zoals de vaderlandslievende Cato en de liederlijke vorst Sardanapalus. Behalve vaderlands- en vrijheidsliefde of gefrustreerde machtswellust kon ook een gefnuikte liefde tot zelfmoord of zelfs dubbele zelfmoord leiden. Fameuze voorbeelden hiervan zijn Dido, Phaedra en Piramus en Thisbe. In Theatrale zelfmoord onderzoekt Anna de Haas de karakters en beweegredenen van dergelijke zelfmoordenaars en de context waarin deze hun – bij wet strafbare – daad konden volvoeren. Ook de kritiek op de toneelzelfmoord, in de vorm van beargumenteerde afwijzing of persiflage, krijgt een plaats, evenals de nieuwe soorten zelfmoordenaars die tegen het eind van de eeuw in toneelstukken werden opgevoerd. Ten slotte wordt de vraag gesteld of de zelfmoord ook daadwerkelijk op het toneel werd vertoond en, zo ja, hoe. Theatrale zelfmoord is de eerste Nederlandse studie over dit onderwerp.
Interesse om dit boek te recenseren? Stuur een mail naar: boekbeoordelingen@tntl.nl
Theatrale zelfmoord. De eigenhandige dood op het Nederlandse toneel 1670-1780
Anna de Haas
Verloren
2014
224 pagina’s
ISBN: 9789087044244
€ 22,-
In een tijd van groeiende mobiliteit lijkt de Nederlandse standaardtaal steeds meer terrein te winnen. Houdt dit echter noodzakelijk de teloorgang van het dialect in, of kunnen beide blijvend naast elkaar bestaan, elk met een eigen functie? Dit is onderzocht door Sabine Maas in een case study van het Twentse dialect zoals gesproken in Borne, in de Nederlandse provincie Overijssel. In haar masterscriptie analyseert ze opnames van het taalgebruik van lokale inwoners. De focus ligt daarbij op de huidige realiteit in Borne en de dialectcompetentie van de sprekers: in welke situaties spreekt wie dialect of standaardtaal en hoe goed lukt dat? Naast dit onderzoek biedt Twents op sterven na dood? een kort overzicht van de huidige status van de dialecten in Nederland. Dit boekje is interessant voor ieder die in Nederlandse dialecten geïnteresseerd is: onderzoekers, maar zeker ook leken. Een korte samenvatting in het Duits is voorzien.
Tussentaal, Verkavelingsvlaams, Soap-vlaams, Schoon Vlaams. De taalvariant tussen dialect en standaardtaal die doorheen heel Vlaanderen gesproken en meestal ook verstaan wordt, heeft meerdere namen en er bestaan evenveel meningen over. Tussentaal van De Caluwe, Delarue, Ghyselen en Lybaert vat 6 onderzoeken naar deze taal samen en schetst de veranderende kijk op tussentaal.
“I’m a scientist by training, and one of the very first things I learned is that while theories are nice, data is better.” Met dit citaat van Kelly McGonigal zet Robert S. Kirsner onmiddellijk de toon van zijn nieuwe boek Qualitative-Quantitative Analyses of Dutch and Afrikaans Grammar and Lexicon. Kirsner gaat in op Afrikaanse en Nederlandse demonstratieven, Nederlandse pragmatische partikels en imperatieven, idiomen met maar (Toe maar! Ho maar!), het progressieve aspect bij aan het + infinitief constructies en indirecte objecten.



