Inhoudsopgave
Artikelen
Een oud geminatieproces vanuit een synchroon perspectief | |
Ben Hermans | 2-21 |
De zaak Valentyn. Plagiaat en wetenschappelijk decorum aan het begin van de achttiende eeuw | |
Siegfried Huigen | 22-40 |
Drie oude raadsels. De inhoud, het gebruik en de herkomst van het begrip musico | |
R.J.G.A.A. Gaspar | 41-54 |
Europese literatuur voor luisteraars verklaard. De radiolezing als vorm van middlebrow-literatuurbeschouwing tijdens het interbellum | |
Koen Rymenants, Pieter Verstraeten | 55-80 |
Interdisciplinair
Omdat de dichter het zegt (of de wiskunde). Navelstaarderij en interdisciplinariteit in poeziëonderzoek | |
Johanna Casiers | 81-89 |
Boekbeoordelingen
Oebele Vries: Asega, is het dingtijd? De hoogtepunten van de Oudfriese tekstoverlevering | |
Karina van Dalen-Oskam | 90 |
Dieuwke E. van der Poel e.a. (ed.): Het Antwerps liedboek | |
Thom Mertens | 90-92 |
Elsa Strietman & Peter Happé (eds.): Urban theatre in the Low Countries, 1400-1625 | |
Herman Brinkman | 92-94 |
Pieter van Wissing (red.): Stookschriften. Pers en politiek tussen 1780 en 1800 | |
Lotte Jensen | 95-96 |
Lotte Jensen: De verheerlijking van het verleden. Helden, literatuur en natievorming in de negentiende eeuw | |
Christophe Madelein | 96-98 |
Johan Taeldeman (ed.): Jan Oscar De Gruyter (1907), Het Gentse dialekt. Klank- en vormleer | |
Jan Stroop | 98-99 |
Bert Van Raemdonck: Allemaal zeep aan onze zolen. Kroniek van het Nieuw Vlaams Tijdschrift (1946-1950) | |
Annemarie Kets | 99-101 |
© Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde | ISSN (print): 0040-7550 | eISSN (online): 2212-0521